Proloog | |||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 |
13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 |
19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 |
31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 |
37 | 38 | 39 | 40 | Laad meer | |
41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 |
47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 |
53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 |
59 | 60 | 61 | 62 | 63 | 64 |
65 | 66 | 67 | 68 | 69 | 70 |
71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 |
77 | 78 | 79 | 80 | Laad meer | |
81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 |
87 | 88 | 89 | 90 | 91 | 92 |
93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 |
99 | 100 | 101 | 102 | 103 | 104 |
105 | 106 | 107 | 108 | 109 | 110 |
111 | 112 | 113 | 114 | Laad meer |
Dit zijn de geheime woorden
Iedereen die de betekenis van deze woorden vindt
Laat hij die zoekt voortgaan met zoeken
Als jullie voorgangers zeggen:
Zie, het koninkrijk is in de hemel
Een man, oud van dagen, zal niet aarzelen,
om een klein kind van zeven dagen oud
Zie wie voor je aangezicht is
Wil je dat we vasten?
De leeuw die mens wordt
De mens is als een wijze visser
Ziet, de zaaier ging uit
Ik heb vuur geworpen op de wereld
Deze hemel zal voorbijgaan
We weten dat je ons eens zult verlaten.
Vergelijk me eens met iemand
Als je vast, maak je jezelf zondig
Als je iemand ziet die niet geboren werd uit een vrouw
Mensen denken misschien dat ik gekomen ben
Ik zal je geven wat geen oog heeft gezien
Zeg ons, het einde, hoe zal het zijn?
Gelukkig hij die was voor hij er was.
Vertel ons waar het koninkrijk van de hemel op lijkt.
Maria tot Jezus:
Op wie lijken jouw discipelen?
Het oog van Jezus viel op kinderen die werden gevoed.
Ik zal je uitkiezen, één uit duizend en twee uit tienduizend
Leidt ons naar de plaats waar jij bent
Heb je broeder lief als je ziel
Je ziet wel de splinter in het oog van je broeder
Als je niet vast ten opzichte van de wereld
Zette ik mij temidden van de wereld
Als het lichaam ontstond omwille van de geest
Waar er drie zijn, zijn ze zonder God
Een profeet wordt niet geëerd in zijn eigen dorp
Een stad, die men bouwt op een hoge berg
Roep vanaf de daken van jullie huizen
Als een blinde een blinde leidt
Niemand kan het huis van een sterke man binnendringen en overmeesteren
Maak je geen zorgen
Wanneer zul je je aan ons openbaren?
Vaak heb je er naar verlangd deze woorden te horen die ik je zeg
De Farizeeën en de schriftgeleerden namen
de sleutels der kennis
Een wijnrank werd geplant buiten de vader
Wie iets in zijn hand heeft
Wordt voorbijgangers
Wie ben je dat je ons al deze dingen zegt?
Wie de vader lastert
Men oogst geen druiven van doornen
Onder hen die geboren zijn uit een vrouw
Men kan geen twee paarden berijden
Als twee vrede sluiten met elkaar
Gezegend zijn de éénlingen
Als ze je vragen: Waar kom je vandaan?
zeg dan: Wij zijn gekomen uit het licht
Wanneer zullen de doden rust vinden
Vierentwintig profeten spraken in Israël
Is de besnijdenis nuttig of niet?
Gelukkig zijn de armen
Wie zijn vader en zijn moeder niet haat
Wie de wereld kent
Het koninkrijk van de vader lijkt
op een man die voortreffelijk zaaigoed had
Gelukkig de mens die heeft geleden
Zie de levende wanneer je leeft,
opdat je niet doodgaat
Zij zagen een Samaritaan die een lam droeg, op weg naar Judea.
Twee zullen rusten op een bed, één zal sterven
Er was eens een rijk man die een groot fortuin bezat.
Een man zou eens gasten ontvangen.
Een rechtvaardig man bezat een wijngaard.
Toon me de steen die de bouwmeesters verworpen hebben.
Wie alles weet maar niet zichzelf kent
Gezegend wie gehaat en vervolgd wordt.
Als je tevoorschijn brengt wat je in je hebt
Ik zal dit huis omverwerpen
en niemand zal het weer kunnen opbouwen.
Zeg tegen mijn broers dat ze de erfenis van mijn vader met mij moeten delen.
Meester, velen staan rond de put
Velen staan voor de deur
Het koninkrijk van de vader is als een koopman
Ik ben het licht dat over alles schijnt.
Waarom ben je op reis gegaan?
Om een riet te zien dat meewaait met de wind?
Een vrouw uit de menigte riep hem toe
Wie de wereld kent, heeft het lichaam ontdekt
Laat hij die rijk geworden is
Wie mij nabij is
De mensen kennen de beelden wel
Als je je spiegelbeeld ziet
Adam kwam voort uit een grote kracht
De vossen hebben hun holen
Ellendig is het lichaam
dat slaaf is van het lichaam
De engelen en de profeten zullen tot je komen
Waarom reinig je de buitenkant van de beker?
Kom tot mij, want mijn juk is licht
Zeg ons wie je bent,
Zoek en je zult vinden.
Geef wat heilig is niet aan de honden
Wie zoekt zal vinden
Heb je geld, leen het niet uit voor rente.
Het koninkrijk van de vader is als een zekere vrouw.
Zij nam een weinig zuurdesem
Het koninkrijk van de vader is als een zekere vrouw,
die op haar rug een kruik droeg
Het koninkrijk van de vader is als een zekere man
die een machtig iemand wilde doden.
De leerlingen zeiden hem:
Je broers en je moeder staan buiten.
Ze toonden Jezus een goudstuk en zeiden hem
Wie zijn vader en zijn moeder niet haat
Ach, die Farizeeën
Gelukkig is de mens die weet
waar de dieven zullen binnenkomen
Kom, laten we vandaag bidden en vasten
Wie de vader en de moeder kent,
zal een zoon van een hoer genoemd worden.
Als jullie de twee één maakt
zul je zonen van de mens worden
Het koninkrijk is als een herder die honderd schapen had.
Wie uit mijn mond drinkt
zal worden als ik
Het koninkrijk is als een man
in wiens akker zich een schat bevond
Wie de wereld gevonden heeft en rijk is
De hemelen en de aarde zullen zich oprollen
in jouw aanwezigheid.
Wee het vlees dat afhangt van de ziel;
wee de ziel die afhangt van het vlees.
Zijn leerlingen zeiden tot hem:
Wanneer zal het koninkrijk komen?
Simon Petrus zei tot hem:
Stuur Maria van ons weg, want vrouwen zijn het leven niet waard.