Het is lang gebruikelijk geweest om de gnostiek als dualistisch te bestempelen, alsof dat het hoofdkenmerk van de gnostiek zou zijn. Met dualistisch wordt dan bedoeld dat de geestelijke ziel van de mens gevangen zou zijn in een verachtelijk stoffelijk lichaam, en dat de hele stoffelijke werkelijkheid een duivelse schepping zou zijn. Maar die tegenstelling tussen een verheven geestelijke werkelijkheid en een verachtelijke stoffelijke wereld is niet kenmerkend voor de gnostiek. Het lichaam als kerker van de ziel bijvoorbeeld stamt als idee van de Griekse filosoof Plato. Zie
Dualisme van Plato. En er zijn vele andere dualistische stromingen in de bloeitijd van de gnostiek, waaronder ook het traditionele christendom. Het celibaat van de Rooms-katholieke priester is erop gebaseerd.
Bovendien bleek dat na de vondst van de Nag Hammadi-geschriften niet alle stromingen binnen de gnostiek dualistisch zijn. Daarom zochten wetenschappers naar een nieuwe definitie die de verschillende stromingen van de gnostiek kon samenvatten. Men ziet nu als bindend en definiërend element van de gnostiek de ‘co-substantialiteit’ van de ziel van de mens met God. Daarmee bedoelt men dat de ziel van de mens van dezelfde substantie is als Gods wezen. Die visie is het helderst uitgedrukt in logion 108 van het Thomas-evangelie. Die luidt:
Jezus zei:
Wie uit mijn mond drinkt
zal zijn zoals ik en ik zoals hij;
en wat verborgen was zal hem geopenbaard worden.
Het gaat hier dus om de gelijkheid van het wezen van de mens met het wezen van God. Dat is het overkoepelende aspect van de verschillende gnostische stromingen. Daarom, en dat is een tweede kenmerk van de gnostiek, is kennis van het ware zelf ook godskennis. Dat zelfkennis ook godskennis is, geldt in de gnostiek als een ervaarbaar inzicht. De gnostiek als spirituele traditie in zijn verschillende vormen streeft naar die ervaarde godskennis.
Ook de mystiek streeft overigens naar ervaarde godskennis. Het verschil met de gnostiek is dat in de mystiek een ik-Gij relatie gehandhaafd wordt. God blijft daarin de Ander. De mystiek beschrijft de ervaarde ontmoeting met het goddelijke als een liefdesrelatie van twee niet-identieke partners, zie bijvoorbeeld het
Geestelijk Hooglied van de mysticus Juan de la Cruz. In de gnostiek is God echter niet de gans Andere, maar identiek aan het zelf en daarmee geheel samenvallend, co-substantieel dus. In de geloofsbelijdenis van Nicea zoals die in 325 werd vastgelegd wordt gezegd dan Jezus één in wezen is met de Vader. Voor gnostici geldt dat voor elk mens. En dat is het fundamentele verschil tussen de traditioneel christelijke opvatting en de gnostiek: niet alleen Jezus is wezensgelijk aan de Vader, maar elk mens.
Het wezen van God in de mens doet zich kennen in de vorm van liefde. De liefde is de inwoning Gods in de mens.
In hoeverre is de gnostiek nu toch dualistisch? Men onderscheidt binnen de gnostiek drie hoofdstromingen: de Thomas-gnostiek, de sethiaanse gnostiek, en de valentiniaanse gnostiek. Alle drie stromingen zijn dualistisch in die zin dat ze een transcendente geestelijke werkelijkheid veronderstellen naast de daarvan onderscheiden alledaagse werkelijkheid van het menselijk bestaan. Maar hun houding daartegenover is geheel verschillend.
Het evangelie van Thomas is overwegend non-dualistisch, dat wil zeggen dat het streeft naar de opheffing van de afgescheidenheid tussen die twee aspecten van het menselijk bestaan, het aardse en het transcendente, en die met elkaar te verbinden. Zo zegt logion 106 dat we pas waarachtig mens zijn als we die twee aspecten in onszelf met elkaar verbinden:
Als jullie de twee één maakt,
zul je een zoon van de mens worden
De Sethiaanse gnostiek is de meest platoonse in de radicale afwijzing van het lichaam en de stoffelijke werkelijkheid, en is dus streng dualistisch. We vinden die vooral verbeeld in het Geheime boek van Johannes uit de Nag Hammadi-geschriften. Daar vinden we ook de meest nadrukkelijke afwijzing van de materiële schepping. De schepper uit Genesis in het Oude Testament wordt daar zelfs voorgesteld als de boosaardige Demiurg.
De Valentiniaanse gnostiek ziet het dualistische onderscheid van materie en geest als niet-reëel. Wat we gewoonlijk voor de werkelijkheid houden is slechts een illusie waar men zich van kan bevrijden. De Valentiniaanse gnostiek lijkt daarmee veel op het boeddhisme. Zie het
citaat uit het Evangelie van de Waarheid.
Je kunt deze tekst
downloaden als pdf-document.
Het staat u geheel vrij om deze tekst in cursussen te gebruiken, door te sturen aan wie u maar wilt, op uw website te plaatsen (link naar http://www.gnostiek.nl/gnostiekP.html), of op andere wijze aan uw medemensen kenbaar te maken. Wel graag met bronvermelding: Tekst Bram Moerland
Zie ook het boek van Bram Moerland:
Gnosis en gnostiek,
De bevrijding van de liefde
Uitgever: 2014 AnkhHermes
ISBN 9789020210798
Verkrijgbaar bij elke boekhandel